Kiezen voor gegarandeerde kwaliteit

De gietijzeren deksels die we leveren bij onze Crosscube trekputten komen bij leverancier Fondatel uit België vandaan. De reden dat wij zo graag met hen samenwerken is dat zij deksels leveren met het Copro-keurmerk. Want dat staat voor consistente kwaliteit. Om helder te krijgen hoe de Copro-certificering in elkaar steekt spraken we met Hans Vercruysse, sales director van Fondatel.

Hans Vercruysse: “Sinds 1994 hebben we in Europa internationale normen waar putafdekkingen aan moeten voldoen. Dit om te garanderen dat producten, of ze nu in Spanje, Italië, België, Nederland of waar dan ook in Europa geproduceerd zijn, allemaal aan dezelfde minimale veiligheids- en kwaliteitseisen voldoen. Veel West-Europese landen vonden deze eisen niet ver genoeg gaan of niet concreet genoeg en hebben landelijk nog eigen aanvullende normen geformuleerd. Deze worden door onafhankelijke instituten (Copro in België, Norme Française in Frankrijk en KOMO in Nederland) gecontroleerd en gecertificeerd.

De Copro-certificering is in Europa verreweg de strengste. Om een product gecertificeerd te krijgen moet je allereerst lid worden van Copro en vervolgens ga je een traject in dat ongeveer 1,5 jaar duurt. In die periode moet je aantonen dat de herkomst van je grondstoffen voldoet aan de gestelde eisen, dat je productieproces op orde is en dat het eindproduct binnen de gestelde normen valt. Elke certificering begint dan ook met het vastleggen van de specificaties. Zodra je klaar bent om te gaan produceren komen vertegenwoordigers van Copro langs om de eerste productieronde te monitoren. Ze controleren dan de herkomst en kwaliteit van de grondstoffen, het productieproces en natuurlijk het eindproduct. Ter plekke wordt ook in ons eigen laboratorium de belastingsklasse van de nieuwe deksel getoetst en ook dat wordt overzien door de controleurs van Copro. Bovendien nemen ze nog een aantal deksels mee om zelf in een onafhankelijk laboratorium te testen. Daarna wordt zes maanden lang elke maand alles gecontroleerd. Pas als al die zes maanden alles akkoord is mag je het product voorzien van het Copro-keurmerk en gaan verkopen. En die riedel doorlopen we bij elk nieuw product in ons assortiment opnieuw.

Als een product eenmaal gecertificeerd is controleer je als fabrikant continu de grondstoffen, de productie en het eindproduct, maar er is zeker geen sprake van ‘de slager keurt zijn eigen vlees’. Afgevaardigden van Copro staan elk jaar twaalf keer aangekondigd en acht keer onaangekondigd op de stoep. Dat is dus bijna twee keer per maand. Dit alles legt veel druk op onze kwaliteitsafdeling, maar dat is juist goed vinden wij.

Door die continue controle houdt elke fabrikant zich namelijk strikt aan de normen, waardoor het Copro-keurmerk een sterke naam is in onze branche. In heel Europa weten infra-professionals dat Copro betekent dat het goed is. Het staat voor consistentie en dus kwaliteit in de maatvoering en de belastingsklasse van het gietijzeren deel van de deksel, maar ook van de afdichtingsrubbers. En niet voor één jaar, maar voor de hele verwachte levensduur van een putafdekking en dat is al gauw 30 tot 40 jaar. Met een product met het Copro-keurmerk heb je er gegarandeerd voor die periode geen omkijken naar. Niet voor niets is Copro een harde eis om hier in België aan overheidsprojecten te mogen leveren.”